Heb je wat groentenresten, dan kun je er met een beetje fantasie een kimchi van maken. Het belangrijkste is dan het specerijenpapje.
Ik had bijvoorbeeld nog een halve witte kool liggen. En wat wortelen. Een uitje ligt ook altijd nog wel ergens, en toevallig had ik ook nog een restje lente-ui.
Ingrediënten voor 1 liter pot:
300 g witte kool met 9 gram fijn zeezout
6 Lente-uitjes
½ rode ui
175 gram wortel
Het specerijenpapje:
1 teentje knoflook
8 gram gember in stukjes
1/2 eetlepel bruine suiker
25 gram tomatenpuree
1/2 theelepel sambal
5 gram zeezout (1,2%)
55 ml water
7 gram rijstbloem of maïzena
Bereiding
Bij dit recept maken we gebruik van Lactofermentatie.
Snijd de witte kool in vieren. Verwijder de stronk en eventuele lelijke bladeren.
Weeg 300 gram af. Snijd dit in smalle repen. Doe het zout erbij en meng het door elkaar. Dit mag ongeveer een uur inwerken.
Roer met een garde het rijstmeel door het water. Verwarm het al roerend. Laat dit afkoelen.
Snijd de wortel in reepjes en/of dunne plakjes, de lente-uitjes in ringetjes (ook het groen), de rode ui in halve ringen.
Maak het specerijenpapje: voeg aan het afgekoelde rijstpapje de schoongemaakte gember, knoflook en de rest van de specerijen toe. Pureer dit met de staafmixer tot een egale saus. Spoel de witte kool met koud water, zodat het grootste deel van het zout verdwijnt. Laat het uitlekken,
Doe alle groentes in een grote bak en meng het specerijenpapje er (liefst met je handen) goed door.
Doe het in je fermenteerpot en druk alle lucht eruit. Vul de pot niet hoger dan ongeveer 3 cm onder de rand. Veeg de rand schoon. Met behulp van een plastic zakje met pekelwater houd je de groentes onder het vocht.
Kimchi is bij kamertemperatuur na een dag of vier, vijf klaar. Proef of je hem lekker vindt, en zet de Kimchi dan in de koeling. Daar blijft hij zeer lang lekker.
Indicatie: 6 à 8 dagen